Teksten van kinderliedjes

Hop Marjannetje

Hop Marjannetje, stroop in 't kannetje
Laat de poppetjes dansen;
Eertijds was er een prins in het land
En nu die kale Fransen

Hop Marjannetje, stroop in 't kannetje
Laat de poppetjes dansen;
Hij wiegt het kind
Hij roert de pap
En laat het hondje dansen

 

De mosselman

Zeg, ken jij de mosselman (3x)
Zeg, ken jij de mosselman
Die woont in scheveningen
Ja ik ken de mosselman (3x)
Ja ik ken de mosselman
Die woont in scheveningen
Samen kennen we de mosselman (3x)
Samen kennen we de mosselman
Die woont in scheveningen

 

In Den Haag daar woont een graaf

In Den Haag daar woont een graaf
En z'n zoon heet Jantje
Als je vraagt waar woont je pa
Wijst hij met z'n handje
Met z'n vingertje en z'n duim
Op zijn hoed draagt hij een pluim
Aan z'n arm een mandje
Dag mijn lieve Jantje.

 

Een veldmuis

'n veldmuis vond in 't beukenbos
'n lege notedop
Hij poetste hem met vochtig mos een beetje op
Hij maakte er twee wieltjes aan
En zei; m'n fiets is klaar
Nu rijd ik van de heuvel af zonder het minst bezwaar (2x)
Hij deed zoals hij had gezegd
Hij ging bij lichte maan
Met fiets en al op 't topje van
Een hoge heuvel staan
Hij trok z'n poten op en hup
Daar ging hij naar omlaag
Dat 's voor 'n muis in elk geval nogal een hele waag (2x)
Maar halverwege au daar kwam
Zijn staartje tussen 't wiel
De notedop sloeg om en om
Zodat de veldmuis viel
Beneden sprong hij hinkend rond
Maar 't allergekste was
De fiets bleef aan zijn staart geklemd zo kwam de muis te pas (2x)

Sliep, scheren en messen

Sliep, scheren en messen singele, singele, bom (2x)
Jan pak je vrouw
Dat doe ik niet (2x)
Jan pak je vrouw
Dat doe ik niet voor jou

Zeg kwezelke wilde gij dansen

Zeg kwezelke wilde gij dansen
Ik zal u geven een ei
Wel neem ik zei dat kwezelke
Van dansen ben ik vrij
'k en kan niet dansen
'k en mag niet dansen
Dansen is onze regel niet
Begijntjes en kwezelkens dansen niet
Zeg kwezelke wilde gij dansen
Ik zal u geven een koe
Wel neem ik zei dat kwezelke
Van dansen word ik moe
'k en kan niet dansen
'k en mag niet dansen
Dansen is onze regel niet
Begijntjes en kwezelkens dansen niet
Zeg kwezelke wilde gij dansen
Ik zal u geven een man
Wel ja ik zei dat kwezelke
'k Zal dansen al wat ik kan
Ik kan wel dansen
Ik mag wel dansen
Dansen is onze regel wel
Begijntjes en kwezelkens dansen wel

Waar is de mollemollemol

Waar is de mollemollemol
En de mol is hier niet en de mol is daar niet
Waar is de mollemollemol
En de mol is in zijn hol

Frieda die is jarig

Frieda die is jarig o wat zijn wij blij
Zij geeft lekk're koekjes en nog meer er bij
Trala, trala, trala, la
Trala, la la la la la

Ida Bons

De Prins van Doedel aan de Vlier

Er was een prins in Doedel aan de Vlier
Kikkerik kikkerik kwek kwek
Met een pracht paleis van zeventien bij vier
Kikkerik kwek kwek kikkerik kwek kwek
Die kreeg een keer, ik heb het uit een boek
Een kikker, ja een kikker, ja een kikker op bezoek
Wat een vreemd verhaal
Wat was er met dat dier
De kikker zei kwak kwak hoor eens hier
Kikkerik kwek kwek ik kom uit de rivier
Bent u de prins van Doedel aan de Vlier
De prins riep ja, wat doet u eigenlijk hier
Kikkerik kikkerik kwek kwek
Waarom zit u niet zoet in de rivier
Kikkerik kwek kwek kikkerik kwek kwek
Toen zei het beestje snikkend in een plas
Dat ze zo verkikkerd, zo verkikkerd op hem was
Wat een triest verhaal, luister naar de rest
De prins zei tja tja bent u een prinses
Kikkerik kwek kwek kweet niet zei het dier
Maar u bent de prins van Doedel aan de Vlier
Toen dacht de prins uit Doedel aan de Vlier
Kikkerik kikkerik kwek kwek
Het is zonneklaar, die ogen van saffier
Kikkerik kwek kwek kikkerik kwek kwek
En hij riep okay, ik zie het allemaal wel
We trouwen maar in stilte in een rustige kapel
Wat een vreemd verhaal, heeft hij het betreurd
De prins wou trouwen dus is het gebeurd
Kikkerik kwek kwek enig voor het dier
Ze werd prinses van Doedel aan de Vlier
En klokslag twaalf, het scheelde geen kwartier
Dingeding dingeding dong dong
Klonk een donderslag door Doedel aan de Vlier
Rommelbom bom bom rommerbom bom bom
De kikker bleek een kikker welles waar
Maar naast haar op de sofa zat de kikker van het jaar
Wat een raar verhaal, is het echt gebeurd
De prins keek op maar heeft het nooit betreurd
Kikkerik kwek kwek 't doet hem juist plezier
Hij is prins af en poedelt in de Vlier

Leentje leerde lotje lopen

Leentje leerde lotje lopen langs de lange lindenlaan.
En toen lotje goed kon lopen is zij weer naar huis gegaan

Kopje thee

Eén, twee, kopje thee,
Drie, vier glaasje bier,
Vijf, zes Kurk op de fles,
Zeven, acht soldaat op wacht,
Negen, tien 'k heb een dief gezien,
Tien, elf de dief ben je zelf.

De timmerman

Kijk de timmerman eens werken lustig gaat het klop klop klop
Met een hamer slaat hij aldoor
weer een spijker op zijn kop

Wie gaat er mee

Wie gaat er mee?
Wie gaat er mee naar de berg van sint André?
En daar wonen zoveel hondjes
En die leven daar in gloria
Victoria!

Op de grote markt

Op de grote markt
Daar staat een houten huiske.
Daar zit een toverheks in, die piept gelijk een muiske

Mientje had een lammetje

Mientje had een lammetje.
Zijn wol was wit als sneeuw.
En wie Mien naar school zag gaan,
bleef even bij haar lammetje staan

Anneke Tanneke

Anneke Tanneke Toverheks,
waar ga jij wel naar toe?
Ik trek de hele wereld rond en word dan toch niet moe.
Maar ikke, wel riep toen de hond.
Hij gooide Anneke op de grond

Schoenmaker

Schoenmaker zijn m'n schoenen klaar.
Ja juffrouw ze hangen daar.
Schoenmaker ik heb geen geld ontvangen.
Juffrouw laat je schoenen dan maar hangen.

Berend Botje

Berend Botje ging uit varen.
Met zijn scheepje naar Zuidlaren;
De weg was recht,
De weg was krom.
Nooit kwam Berend Botje weerom

 

Moriaantje

Moriaantje zo zwart als roet
ging eens wandelen zonder hoed.
En de zon scheen op zijn bolletje,
daarom droeg hij een parasolletje

 

In allerlei oude kinderboeken en tijdschriften voor de jeugd duiken weleens onbekende sinterklaasteksten, vaak liedjes op, soms met muziek erbij. Hier volgen een paar aardige voorbeelden:

Wat hoor ik daar?

Trap-trap! trap-trap!
Wat hoor ik daar?
Sint Nicolaas zijn paardje!
ik zag daar door den schoorsteen net
Zijn mooie, witte staartje.

Trap-trap! trap-trap!
Waar draaft ie heen?
Het eerst naar zieke Keetje,
Want medelij heeft Sinterklaas
Met wie er ziek is, weet je.

Trap-trap! trap-trap!
Waar d+n naar toe?
Naar 't arme, oude Brechtje,
Een zak vol turf, en kleeren ook,
Draagt Sinterklaas zijn knechtje.

Trap-trap! trap-trap!
Dan, heel misschien
Naar Broer en mij en Jantje,
Kom, 'k leg wat brood en hooi maar vast
Voor 't paardje in mijn mandje.

S. Maathuis-Ilcken (ca. 1920)

Morgen komt Sint Nicolaas

"Morgen dan komt Sint Niclaas;
'k Wacht op zijn presenten.
Wat toch brengt hij mij dees keer?
Sabel, degen en geweer,
Noach met zijn arke weer
Of een boek vol prenten?

Morgen dan komt Sint Niclaas
Met zijn pak beladen;
Wat heeft hij daarin voor mij:
Vestingspel of batterij?
Handboog met een pijl er bij?
Och, dat ik 't kon raden!"

Morgen, dan komt Sint Niclaas,
Maar... niet te nieuwsgierig!
Jongen, denk toch om je schoei!
Zeg eens, hoe leek jou dat toe,
Kreeg je morgen 'reis een roÍ? -
Was dat wel plezierig?

J.J.A. Goeverneur (ca. 1870)

Wie klopt aan de kamerdeur

Wie klopt daar aan de kamerdeur?
Wie vraagt er zoo met klem:
"Zijn hier ook stoute kind'ren soms?"
Ik ken de zware stem!
Ik denk, dat ieder kind wel weet,
Wie dit keer binnen treedt.

Daar komt hij met zijn langen baard
En met zijn rooden rok.
Hij heeft op 't hoofd een mijtermuts
En in zijn hand een stok.
Hij kijkt je zoo doordringend aan,
dat niets hem kan ontgaan

Theo v.d. Bijl (ca. 1930)

Tegen Sint Niclaas

St. Nikolaas bij een' Snoeper.
De trommel is vol nog!
Geen mensch, die mij ziet;
Dus spoedig een koekje,
Dat mist men toch niet.
Help! Hemel, wat is dat,
Wie grijpt mij bij 't oor?
O wee! 't is Sint Niklaas,
Hoe raak ik er door!
Ach, Bisschop van Spanje!
Ach, laat mij maar gaan,
'k Zal nooit aan den trommel
Mijn handen weÍr slaan.

Jan Schenkman (ca. 1850)