De beloning van de dwerg

Er was eens een klein meisje dat in het bos was verdwaald, terwijl ze bessen plukte. Nadat zij een tijd had rondgelopen werd ze moe. Ze ging onder een boom zitten en viel in slaap. Ze had nog maar net haar oogjes gesloten of er kwam een oude kabouter langs, die de wacht hield bij het kind.
Toen het meisje wakker werd zag ze de dwerg voor zich staan met zijn lange grijze baard, die tot aan zijn knieën reikte. Ze schrok, maar de kabouter lachte vriendelijk en zei: ‘lief kind, wat heb je een mooie lange krullen op je blonde hoofdje. Als je mij die krullen laat afknippen krijg je een gouden ringetje’.‘Nee,’ zei het meisje, ‘voor een gouden ringetje geeft ik mijn krullen niet weg.’‘Ik zal je nog iets mooiers geven,’ zei het mannetje. ‘Als je mij je krullen laat afknippen geef ik je een klein keukentje. En alle bordjes, schoteltjes en kannetjes zijn van zilver.’‘Nee, ook daar geef ik mijn krullen niet voor weg.’‘Dan heb ik wat anders voor je, dat nog veel meer waard is. Als ik je krullen mag afknippen krijg je een klein lief vogeltje dat elke dag een gouden eitje legt.’‘Nee,’ zei het meisje, ‘ook voor het vogeltje krijg je mijn krullen niet.’‘Wat ben je toch een wonderlijk kind,’ zei de dwerg. ‘Luister eens goed. Ik weet dat je thuis een broertje hebt dat al lang ziek is en veel pijn moet leiden. Ik heb hier een zakje met kruiden; als je die op water laat trekken en je geeft je broertje dat te drinken is hij binnen drie dagen beter.’‘O, geef me alsjeblieft die kruiden,’ riep het kind. ‘Eerst je krullen,’ zei de dwerg. ‘Dat is goed, knip ze maar af.’ Toen zei de kabouter: ‘Ik ben blij, lief kind, dat je zoveel van je broertje houdt. Hier zijn de kruiden en je krullen mag je houden.’Hij nam het meisje bij de hand, leidde haar door het bos en wees haar de weg naar huis. De kruiden werden volgens de raad van de dwerg klaargemaakt en een paar dagen later kon het broertje weer met zijn zusje spelen. 

Bron: alle sprookjes van de lage landen