De bierbrouwer en de heks

Er was in Eindhoven een brouwer, die sinds hij getrouwd was, geen goed bier meer kon brouwen, terwijl hij voor zijn huwelijk een meester in zijn vak was, wiens bier overal werd geroemd. Op zekere nacht ging hij nadat hij het vuur had aangemaakt, naar zijn brouwerij. Bij de rand van de brouwketel zag hij een menigte zware katten zitten. De brouwer neemt een emmer vol kokend water en werpt deze over de dieren uit, die deerlijk gebrand, onder akelig gemauw wegrenden. De brouwer vond 's morgens zijn vrouw dood in bed liggen, onder de brandwonden.