Broer konijn leert beer een liedje

Broer konijn had de varkens van mevrouw Reyford gedood, maar mevrouw Reyford wist niet, dat broer konijn het gedaan had. Daarom zei ze tegen hem: "Als jij me vertelt, wie mijn varkens gedood heeft, geef ik je mijn dochter tot vrouw." Broer konijn antwoordde haar, dat hij er wel achter zou komen. Hij ging naar meneer Beer en vertelde: "Er zijn een paar dames, die een feest willen geven. Jij hebt zo'n mooie stem. Jij moet op het feest een bas-solo zingen." De beer voelde zich zeer gevleid. "Graag," zei hij. Toen zei broer konijn: "Ik zal je van te voren nog zangles geven. Luister goed naar me en doe alles, wat ik zeg." - "Doe ik," bromde de beer. Broer konijn zei: "Ik zal je nu een liedje voorzingen. Let goed op. Als ik bij het couplet kom, waar staat:
Wie heeft de varkens van mevrouw Reyford geslacht,
Wie heeft de varkens van mevrouw Reyford geslacht?
dan zing jij op de achtergrond:
Wie anders dan ik."
Dus broer konijn begon te zingen:
"Wie heeft de varkens van mevrouw Reyford geslacht,
Wie heeft de varkens van mevrouw Reyford geslacht?"
En de beer vulde met zijn bas aan:
"Wie anders dan ik."
Broer konijn zei: "Heel goed, broer beer. Dat klinkt werkelijk uitstekend. Je hebt ook zo'n mooie stem." Toen de oude beer dat hoorde, was hij reuze trots op zichzelf. Hij kon bijna niet wachten tot de dag, waarop hij op het feest zijn kunsten mocht vertonen.

Maar de dag kwam. Broer konijn en de beer wandelden naar het huis van mevrouw Reyford. Het konijntje begon te zingen:
"Wie heeft de varkens van mevrouw Reyford geslacht,
Wie heeft de varkens van mevrouw Reyford geslacht?"
En de heer bromde de tweede stem:
"Wie anders dan ik."
Toen schoot mevrouw Reyford op de beer. Gewond vluchtte hij terug het bos in. Broer konijn zei echter tegen mevrouw Reyford: "Heb ik het niet meteen gezegd? Meneer Beer heeft uw varkens op zijn geweten." Vanuit het bos schold de beer: "Wacht maar, broertje konijn. Op een goeie dag zet ik het je betaald."

Die oude broer konijn lachte alleen maar. Later ving de beer het konijn en riep: "Nu zal je sterven." Broer konijn jammerde: "Alsjeblieft, laat me leven. Maak me niet dood, alsjeblieft." - "Goed," zei de beer, "maar dan moet je honing voor me halen."

Het konijntje wees de beer de weg naar een boom in het bos. "Hier is honing," sprak hij. De beer stak zijn kop in de boom, en toen tuimelde er een zwerm bijen over hem heen, en die stak hem aan alle kanten. Hij brulde van de pijn. Broer konijn ging er echter vlug vandoor en riep naar de beer: "Allemaal steken, allemaal steken!"

EINDE