Het dwergendorp

Ergens midden in Zuid-Azie heel hoog in de bergen,
leefde in een groepje een stuk of 20 dwergen.
Ze woonde daar in een dorpje vlakbij een rivier.
En hun leven leek alleen te draaien om het dagelijkse plezier.
Ze deden niet aan regels en aan volwassenheid.
Hun leven moest simpel zijn, voor hun was dat een feit.
Ze hadden nooit geen zorgen, problemen of ellende.
Eigenlijk was hun leven een grote bende..
Niet dat ze het erg vonden,
want alles draaide om lang leve de lol.
Tot op de dag dat de opperdwerg dacht: Nu is de maat vol!
Hij besloot zijn dwergengrut wat manieren bij te brengen.
En zich door hun slordige leventje heen te mengen.
Gewoon wat regels en orde in hun leven.
Dat kan toch niet veel problemen geven.
De opperdwerg begon met een lijstje op te stellen.
Waarna hij zijn grut de opdrachten wou vertellen.
Gewoon wat simpel poetswerk om te doen.
En hij vroeg het het eerst aan dwerg damkampioen
Die wist niet wat hij hoorde.
Wat een lef had de opperdwerg,
dat hij zijn rustige leventje met zo een vraag verstoorde.
Dwerg Damkampioen zag het echt niet zitten om zijn huisje
schoon te maken en zomaar aan het werk te gaan.
Toen kwam hij met een idee, zomaar heel spontaan.
Dwerg DamKampioen wist opperdwerg duidelijk te maken
dat schoonmaken en orde niet in hun leventje pasten.
Want zij waren nu eenmaal dwergen.
En geloof me, dat zijn rare kwasten.
Zo kwam hij met het idee om een meisje in te huren.
Die zou de vloeren wel even boenen en schuren.
Zo gezegd, zo gedaan.
En het meisje kwam eraan.
Maandenlang poetste het meisje de vloeren
en kookte eten voor de dwergen.
Maar ze miste haar huisje beneden aan de bergen.
Nog steeds leefde de dwergen op de dagelijkse lol,
maar begonnen te wennen
aan de schone huisjes en het lekkere eten.
Het meisje kon haar terugkeer dus wel vergeten.
Niet dat ze echt moest blijven, maar ze kon
de dwergjes toch niet opschepen met een
van die andere benedenheuvelse wijven.
Na een paar dagen te hebben nagedacht.
Wist ze wat er van haar werd verwacht.
Zij zou deze lolbroeken leren wat werken was.
En ze liep naar de dichtstbijzijnde waterplas.
Het meisje vulde tientallen emmers water, genoeg om het
dorpje van de dwergen nat te krijgen.
En om dan over de ravage die komt, maar te zwijgen.
Ze gooide in een nacht al het water op het dorp,
het leek wel een gigantische storm.
Niets in het dorp had nog enige vorm.
Huisjes waren weggespoeld en niets was er nog droog,
alles leek een grote plas.
Toen kwamen de dwergen er ook nog is achter
dat het meisje weg was.
Nog zagen de dwergen de ernst niet van deze zaak.
Maar wel was alles nat.
En weetje wat ze deden.
Ze bouwden een heel groot zwembad.
Dagenlang hadden ze weer lol en
zwommen van sochtend vroeg tot savonds laat.
Maar ze begonnen ook door te krijgen dat het zo niet verder gaat.
Een paar dwergen begonnen al te klagen.
En gingen bij de opperdwerg om nieuwe huisjes vragen.
Uiteindelijk was iedereen het zwemmen zat.
Ze wilden nieuwe huisjes, want ze waren koud en nat.
Ook hadden ze honger en wilden wat te eten,
maar zonder het meisje konden ze dat wel vergeten.
En toen durfde een enkele dwerg wat op te merken.
Waarom zouden ze zelf niet gaan werken.
En iedereen was het er mee eens. Ze gingen aan de slag.
En binnen 3 dagen was het dorp zo goed als af!