Feeëncomplot

De tovenaar liep Hobbit land uit en rende gelijk het bos in. De tovenaar had geen haast. Het was mooi weer en hij wilde van dat mooie weer genieten. Dus liep de tovenaar rustig om zich heen te kijken en stopte de tovenaar soms bij een mooie bloem, een prachtige tak en soms zelf bij een gewone grasspriet. Het was al zo lang geleden dat de tovenaar van gewone dingen had kunnen genieten dat hij bijna vergeten was hoe mooi gewone dingen wel niet konden zijn. De tovenaar stond net stilletjes van een boom te genieten toen hij een vreemd geluid hoorde. De boom deed hem aan Willow de Wilg denken toen Willow de Wilg nog heel klein was en de tovenaar vroeg zich af of deze wilg ook eens ging zingen. De tovenaar dacht van wel, eens gaan alle wilgen zingen dus waarom ook deze niet? Ja, als de tovenaar goed luisterde dan kon hij het lied van de wilg al heel zachtjes horen, maar boven op dat geluid klonk een ander geluid. Een beetje verstoord keek de tovenaar op. Wat was dat voor geluid, vroeg de tovenaar zich af. Hij luisterde nog eens heel goed om te horen of hij het geluid misschien zou herkennen. Het was echter een heel raar geluid, vreemd en onbekend. De tovenaar werd er een beetje bang van. De tovenaar hield niet van vreemde geluiden.
"Kom te voorschijn," gilde hij de bossen in, "je maakt me bang."
Niemand reageerde en de tovenaar keek angstig om zich heen. Het bos verborg alles heel goed. Enkel bomen, struiken, gras en onkruid was er te zien. Niets of niemand anders.
"Als je denkt dat je leuk bent, vergis je je, ik vind het niet leuk," gilde de tovenaar nog maar eens een keer en het was ook niet leuk. Iets of iemand had zich in het bos verstopt want de tovenaar hoorde het geluid weer. Hij keek nu heel goed om zich heen zoals alleen maar tovenaars kunnen en zag toen eindelijk vanuit de verste hoek in zijn oog iets bewegen.
Het wezen fladderde heen en weer, net boven zijn wenkbrauw en daarom kon de tovenaar het natuurlijk moeilijk zien. Vlug gooide hij zijn hoofd omhoog en keek het wezen eens goed aan. De tovenaar viel bijna om van verbazing. Het was een Fee. Er fladderde een Fee net boven zijn wenkbrauwen zodat hij het maar moeilijk zag. Een Fee. De tovenaar had al jaren geen Fee meer gezien. Feeën waren heel erg verlegen en heel erg teer en werden zo beschadigd. Sommigen mensen sloten Feeën op in kooien omdat Feeën zo mooi konden zingen maar dat was de tovenaar niet van plan.
"Ga eens wat lager vliegen," bromde de tovenaar, "dan kan ik je tenminste zien." De Fee schrok er van. Ze dacht dat ze niet gezien was. Angstig ging de Fee wat lager vliegen want de Fee was bang dat de tovenaar haar pijn zou doen.
"Ik doe je geen pijn, kindje, ik wil je alleen maar zien," bromde de tovenaar tegen de Fee. De tovenaar had geraden waarom de Fee zo geschrokken was. Gehoorzaam ging de Fee lager vliegen en de tovenaar keek haar eens goed aan. "Wat brengt jouw hier," vroeg de tovenaar aan de Fee. Een goede vraag want Feeën bleven normaal altijd in hun eigen land. Er moest dus wel iets vreselijks zijn gebeurd als de Fee haar eigen land had verlaten. De Fee treuzelde een beetje met haar antwoord en keek de tovenaar nog eens goed aan. Klaar om gelijk te vluchten als de tovenaar een rare beweging ging maken. Klaar om gelijk te vluchten als de tovenaar haar wilde slaan of op wilde sluiten in een kooitje zodat ze voor hem kon zingen. Ja, daarom treuzelde de Fee een beetje, ze was bang. Ze was echter ook verdwaald en wist de weg niet. Ze moest wel aan iemand de weg vragen en de tovenaar had haar nu toch gezien.
"Ik ben op zoek naar de tovenaar," fluisterde de Fee heel zacht. De tovenaar keek haar verbaasd aan en begon toen te lachen. Natuurlijk, de Fee wist niet dat hij een tovenaar was. Ze had natuurlijk nog nooit een tovenaar gezien. Dit was toch een leuk toeval. De Fee zocht een tovenaar en hier was hij. Ja, daarover moest de tovenaar toch wel lachen. Het gebeurde soms als je een tovenaar was, dan kwam je ineens iemand tegen die je nodig had.
"Ik ben een tovenaar, beste Fee," de tovenaar keek haar aan en vroeg zich af waarom de Fee dat niet gelijk gezien had. "Waarmee kan ik je helpen?"
De Fee keek hem argwanend aan. Ja, dit was wel een heel groot toeval. De eerste de beste die de Fee zag, zou dan ineens een tovenaar zijn. Zoiets bestond toch niet? Nee, de Fee vertrouwde het nog niet. De tovenaar zag het wel en haalde zijn bal te voorschijn. Met het grootste gemak, liet hij de bal boven zich zweven zodat de Fee zag dat hij inderdaad een tovenaar was.
"Gelukkig dat ik u al zo snel gevonden heb, er is een ramp gebeurd in Feeënland, we hebben uw hulp nodig. Anders gaan we er allemaal aan. U moet ons helpen, tovenaar, dat moet u gewoon." De Fee keek de tovenaar aan. Die keek terug en wist even niet wat hij moest zeggen. Een ramp in Feeënland, iedereen ging er aan, wat was er aan de hand? Hij wilde het net vragen maar de Fee dacht dat hij niet wilde helpen. De Fee dacht dat hij nee wilde zeggen en knielde voor hem neer.
"Ik smeek u tovenaar, help ons," op haar knieën keek ze de tovenaar aan. Die tilde haar verlegen op.
"Natuurlijk help ik, je hoeft voor mijn niet te knielen, toe sta op, je maakt me verlegen."
"U gaat ons echt helpen," vroeg ze vertwijfeld, "echt?"
"Ja, natuurlijk, tovenaars helpen toch altijd," en dat was waar. Opgelucht stond de Fee weer op. Als de tovenaar hen ging helpen, hadden ze een kans.
"Je moet echter eerst vertellen wat er aan de hand is," zei de tovenaar, "anders weet ik niet wat ik moet doen."
"Het is de draak," begon de Fee. "Iemand heeft de draak tegen ons opgestookt en nu wil de draak niets meer van ons weten. Hij is heel erg kwaad. Zo kwaad dat hij tegen niemand wil praten."
"Nou, ja, dat moet de draak toch zelf weten. Laat hem maar met rust, dan trekt het vanzelf wel weer bij.
"Nee, dat kan niet," zuchtte de Fee. "Iemand heeft een zwaard in de Ene Boom gestoken en de draak bewaakt het zwaard. Niemand kan er bij en je weet wat er gebeurd als er ijzer in de Ene Boom zit en het zwaard is van ijzer." Ja, de tovenaar wist van er dan gebeurde. Dan ging de Ene Boom dood. De Ene Boom kon niet tegen ijzer en als de Ene Boom stierf dan stierven ook alle Feeën want Feeën lusten alleen de bladeren van de Ene Boom. Feeën konden niets anders eten. Alleen de bladeren van die Ene Boom. Ja, de tovenaar begreep wel waarom de Feeën hem nodig hadden en hij moest opschieten want de Ene Boom was niet lang bestand tegen ijzer. Wie had zoiets vreselijk gedaan," vroeg de tovenaar zich af, want het was vreselijk. Hij vroeg het aan de Fee. Die wist het ook niet.
"Laten we dan maar snel gaan want hoe eerder we dit mysterie hebben opgelost, hoe beter."
De Fee fladderde verheugd omhoog. Ja, snel gaan, dacht ze blij, dan ben ik weer gauw in mijn eigen land. Ze fladderde snel weg en de tovenaar haastte zich achter haar aan. Ze liepen steeds dieper het bos in tot ze eindelijk in Feeënland waren. De tovenaar keek nieuwsgierig om zich heen. Het was zo een tijd geleden dat hij hier was geweest. Veel was er echter niet veranderd. "Laten we maar gelijk doorgaan naar de Ene Boom voordat de boom sterft door ijzervergiftiging," zei de tovenaar. Dat dempte het geluk van de Fee wel een beetje ja. De tovenaar had gelijk. Vlug toonde de Fee de tovenaar de weg naar de Ene Boom en de tovenaar zag dat de Fee gelijk had gehad. Vlak voor de boom zat een draak en de draak keek woedend en nors om zich heen. De tovenaar vroeg zich af waarom de draak zo boos en nors was en wist dat er maar één manier was om er achter te komen. De tovenaar stapte op de draak af. De draak zag de tovenaar komen en spuwde vuur. Gelukkig kunnen tovenaars daartegen. Vuur doet ze niets. Daarom hadden de Feeën nu juist een tovenaar nodig. Ongedeerd bereikte de tovenaar de draak en vroeg hem wat er aan de hand was.
"Niks," zei de draak nors.
"Niks," zei de tovenaar met galmende stem, "er zit een zwaard in de Ene Boom en als de Ene Boom sterft dan sterven alle Feeën en jij bewaakt dat zwaard omdat er niks aan de hand is. Zeg ik het zo goed, meneer de draak."
De draak draaide zijn kop verlegen heen en weer.
"Ja, dat zeg je zo goed."
"Kom op nou, meneer de draak, er moet toch iets aan de hand zijn."
"Vraagt het die Feeën maar."
"Nee, ik vraag het jouw, kom op met de geit, wat is hier in hemelsnaam aan de hand. En snel graag voor er slachtoffers vallen."
De tovenaar keek de draak heel kwaad aan en tovenaars waren heel machtig dus gaf de draak maar gauw antwoord.
"Nou, toen Ramon viel, toen weigerden de Feeën hem te helpen. Hij had wel dood kunnen zijn. De Feeën hadden Ramon gewoon moeten helpen. Ze deden gewoon niets. Wat als er wat met Ramon was gebeurd, tovenaar, was je dan ook gekomen om te helpen of zou je gedacht hebben O, het is maar een draak."
De tovenaar keek de draak aan en haalde diep adem, "wie is Ramon," vroeg hij maar. "Mijn zoon," zei de draak verlegen.
"Dus je zoon is gevallen en de Feeën hielpen niet," vroeg de tovenaar nog maar een keer. De draak knikte. "En waar is je zoon gevallen," vroeg de tovenaar.
"In de bergen, hij viel zo in een diep gat, hij gilde en gilde en toen kwam er een Fee en die zag hem liggen en vloog zomaar weer weg. Het is dat de zwarte ruiter gekomen was anders had Ramon daar nog steeds gelegen en wie weet wat er dan was gebeurd." De tovenaar keek verschrikt op. De zwarte ruiter, dat betekende slecht nieuws. De tovenaar kreeg ineens een idee hoe de situatie echt was gegaan en keerde zich om.
"Ik ga de Feeën vragen om de Fee hierheen te sturen die je zoon gevonden heeft, ik wil wel eens weten waarom die Fee niets heeft gedaan. En je verbrandt die Fee niet, begrepen, ik wil zijn verhaal horen."
De draak knikte. Boos omdat hij was betrapt. Hij wilde zijn vuur juist wel gebruiken, maar ja, je kon maar beter naar een tovenaar luisteren anders zwaaide er wat. Een Fee kwam aangevlogen. Bang en nerveus. Het was dezelfde Fee die de tovenaar had gehaald.
"Dus jij weet er meer van," vroeg de tovenaar. De Fee knikte. "Waarom heb je de baby draak niet geholpen."
"Ik heb de baby draak geholpen." De Fee was nog niet uit gesproken of de draak barstte in woeden uit.
"Door weg te vliegen zeker," bulderde de draak en de Fee vloog angstig weg.
"Hou daar nou mee op," bulderde de tovenaar over het gedonder van de draak heen. "Zo komen we nooit achter het verhaal. En jij terugkomen," gebaarde de tovenaar tegen de Fee en vertel maar wat je hebt gedaan."
Traag vloog de Fee terug en hield al die tijd de draak goed in de gaten. Je kon niet weten wat de draak nu weer ging doen.
"Rustig maar, hij doet je niets, ik ben er toch," en de tovenaar knipoogde naar haar.
Gerustgesteld vervolgde de Fee haar verhaal.
"Nou de baby draak was veel te groot voor mij dus heb ik hulp gehaald. Een zwarte ruiter heeft mij geholpen om de baby draak uit de grot te halen. Toen ze eenmaal boven was, keek baby draak ons even aan en viel toen flauw. De zwarte ruiter beloofde mij de baby draak naar zijn moeder te brengen dus ging ik ergens anders heen. Toen ik terugkwam was hij hier en stak er een zwaard uit de Ene Boom. Ondankbare draak," schreeuwde ze tegen de draak en vloog toen zenuwachtig heen en weer, bang dat de draak zijn vuur weer zou laten verschijnen.
"Je ging hulp halen," vroeg de draak.
"Ja, natuurlijk, alleen kreeg ik die baby draak er nooit uit en het had hard hulp nodig."
"Haal baby draak," schreeuwde de tovenaar, voordat de draak verder kon vragen.
Spoedig kwam baby draak aangelopen. Hij zag er al een stuk beter uit. Blijkbaar had hij zijn val goed overleefd. De tovenaar kon er wel een beetje omlachen toen de baby draak stoer naast zijn vader ging staan en de tovenaar onvervaard aankeek. "Jonge vriend," begon de tovenaar, "kun je ons vertellen wie je heeft gered van die val."
De draak knikte en wees naar de Fee, "zij heeft mijn gevonden en praatte tegen mij. Ze zei dat ze hulp ging halen en dat heeft ze gedaan. Gelukkig maar hé, vader, anders was er misschien wel iets ergs gebeurd." De baby draak keek verwonderd naar zijn vader die zich probeerde in te graven want zo erg schaamde hij zich voor zijn daad.
"Een Fee heeft je gered," vroeg de draak voor de zekerheid en toen baby draak knikte was de grote draak verkocht.
De tovenaar verspilde geen tijd en haalde het zwaard uit de Ene Boom. De draak bood zijn excuses aan en eerst waren de Feeën een beetje boos maar toen de tovenaar begon de bulderen namen ze de excuses maar snel aan.
"Zo zie je maar," zei de tovenaar tegen niemand in het bijzonder, "altijd eerst vragen en dan pas oordelen, dat voorkomt een hoop problemen. Kan ik daar in de toekomst op rekenen?"
Zowel de Feeën als de draak schreeuwden van ja en voldaan ging de tovenaar weer naar huis. Blij dat ook dit probleem was opgelost. Natuurlijk is dit niet het hele verhaal want iemand had het zwaard in de Ene Boom gestoken. Dat had de draak niet zelf gedaan. Nee, dat had de zwarte ruiter gedaan. En de zwarte ruiter had de draak ook voorgelogen over dat de Fee niks had gedaan. Die zwarte ruiter was gemeen en zou wel voor meer problemen zorgen. Hoe dat verder gaat met de zwarte ruiter, ja dat is weer een ander verhaal.
Ik hoop wel dat je van dit verhaal hebt genoten, en dat je droomt van leuke dingen,
Tot ziens,
Willow de Wilg

Bron :Angelfire.com