De sneeuwvlokkenkinderen

In het land waar de sneeuwkoningin woont, is het natuurlijk heel koud en guur. De sneeuwkoningin houdt van ijs en sneeuw. Ze houdt van de ijskoude noordenwind,van dikke ronde sneeuwpoppen en van lange puntige ijspegels. Maar het meest houdt ze van haar kinderen, de sneeuwvlokkenkinderen, en dat zijn er ontelbaar veel. Als het winter wordt, kijken de mensenkinderen vol verlangen naar de grijze wolken,in de hoop dat het gauw zal sneeuwen. Dan kunnen ze weer gaan sleeën en dikke ronde sneeuwpoppen maken. Maar helaas blijft de sneeuw soms lang weg. Dat komt doordat de koningin dan niet genoeg wit rijpgaren heeft. Rijp is wat 's morgens op alle bomen en struiken ligt als het gevroren heeft
het is net bevroren suiker. Als er niet genoeg is, kan zij ook geen sneeuwvlokken haken. De koningin haakt elk sneeuwvlokje zelf met de hand. Dat kan ook niet anders, want als je zo'n sneeuwvlokje onder de microscoop bekijkt, kun je zien hoe fijn de kristallen zijn. En elk sneeuwvlokje is anders van vorm. Het is dus echt handwerk.
Maar nu was er gelukkig veel rijpgaren, de bomen en struiken hingen er vol mee. De koningin ging onder zo'n boom zitten en haakte vlokje voor vlokje. Als de boom leeg was, ging de koningin weer onder een andere boom zitten die nog helemaal vol was met rijpgaren. Toen de koningin een heleboel vlokjes gehaakt had, kwamen alle sneeuwkinderen en dat waren er ook een heleboel. Ze pakten alle gehaakte sneeuwvlokken en stopten er alle grijze wolken mee vol. Toen alle wolken vol waren, kwam de noordenwind, die net zo lang schudde en blies totdat de wolken openbarstten. Toen begon het te sneeuwen met mooie dikke, prachtige sneeuwvlokken. Nu konden alle mensenkinderen eindelijk sleeën en dikke ronde sneeuwpoppen maken. Bovendien kregen ze een dagje sneeuwvrij van school

Bron: mijn leukste elfenverhaaltjes