Soorten Kabouters

De Boskabouter
De boskabouter komt waarschijnlijk het meeste voor. Dit is moeilijk uit te maken, omdat hij zich ongaarne aan de mens vertoont, en talloze ontsnappingsmogelijkheden heeft. Zijn uiterlijk beantwoordt aan dat van de gewone kabouter.

De Duinkabouter
De Duinkabouter is een fractie groter dan de boskabouter. Ook hij vermijdt menselijk contact. De kleding is soms merkwaardig
vaal. Het vrouwtje is niet grijs maar kakikleurig.

De Tuinkabouter
De Tuinkabouter beantwoordt aan het gewone type. Hij houdt zich in oude tuinen op, zelfs die welke door stadsuitbreiding zijn
ingeklemd tussen nieuwbouw. Hij is meestal aan de sombere kant en vertelt graag weemoedige verhalen. Wordt het hem te benauwd, dan verhuist hij naar het bos. Hij heeft echter meestal een aanzienlijke eruditie en krijgt het dan in het bos niet altijd
even makkelijk.

De Boerderijkabouter
De Boerderijkabouter komt overeen met de huiskabouter, is echter gestadiger van geest en gelooft liefst aan zaken waaraan
niet meer getornd hoeft te worden.

De Huiskabouter
De Huiskabouter is een soort apart. Hij ziet er wel uit als een gewone kabouter, maar hij heeft de meeste mensenkennis. Door
het verblijf in oude en historie-volle huizen heeft hij veel gehoord en gezien, of het nu arme of rijke woningen betrof. Hij
spreekt en verstaat het beste de mensentaal en uit zijn geslacht worden de kabouterkoningen gekozen.

Alle bovengenoemde kabouters zijn goedig van aard, bereid tot een lolletje of een kleine plagerij, maar nooit kwaadwillig, een heel enkele uitzondering daargelaten. Is een kabouter werkelijk slecht, wat niet meer dan één op de duizend voorkomt, dan is dat door inkruising van vreemde erffactoren, bijvoorbeeld op zeer afgelegen plaatsen.

De Siberische Kabouter
De Siberische Kabouter is daar nog het meeste door beïnvloed. Hij is centimeters groter dan de Europese en gaat veel met Trollen
om. In bepaalde streken is daar geen enkele kabouter te vertrouwen. Hij neemt represailles bij het minste of geringste dat hem niet bevalt, in de vorm van het doden van vee, het veroorzaken van misoogsten, grote droogte, abnormale koude enzovoort.
Benamingen van de Kabouters in diverse landen zijn:


Iers: Imp (goblin)
Engels: Imp (goblin)
Belgisch: Klein manneken
Duits: Heinzelmännchen
Noors: Tomte of Nisse
Zweeds: Tomtebisse of Nisse
Deens: Nisse
Pools: Gnom
Fins: Tonttu
Russisch: Domovoi Djédoesjka
Servisch: Kippec (Patuljak)
Bulgaars: Djudjé
Joegoslavisch: Patuljak
Tjechisch: Skritek
Hongaars: Manó
Nederland: Kabouter