De zeekoningin

Een jonge prins voer met een groot schip uit. Het schip ging naar een heel ver land om zeldzame en geurige kruiden te halen voor het koninkrijk. Toen ze de haven verlieten, was het mooi weer. Er stond een flinke wind, waardoor het schip snel kon varen. Het was leuk om te zien hoe het de witte golven doorkliefde. De jonge prins boog zich ver over de reling om de dolfijnen te zien spelen. Plotseling stond de kapitein achter de prins. Hij keek zorgelijk. "Wat is er aan de hand, kapitein?" wilde de prins weten. "Ach Sire, ik geloof dat we heel slecht weer krijgen. Het gaat heel hard stormen. Het wordt een orkaan!" antwoordde de kapitein en hij keek scherp naar de strakblauwe lucht. "Dat meent u toch niet? Ik geloof er niets van. Zulk mooi weer kan toch niet zo snel veranderen in slecht weer", riep de prins. Hij keek vragend naar de kapitein. "Dat kan helaas wel, Sire. Ik moet de zeilen strijken, er is niets aan te doen."
De prins keek weer naar de stralendblauwe lucht. Het was bijna niet te geloven, maar de kapitein kreeg gelijk.
Plotseling verdween de blauwe lucht en kleurde de hemel zwart. De zachte wind wakkerde snel aan tot een storm die steeds erger werd. De golven sloegen huizenhoog over het schip. De hele bemanning was aan dek. Ze werkten zo hard ze konden om de driemaster boven de woeste golven te houden. Zelfs de prins hielp mee waar zijn hulp nodig was. Maar het hielp niet. De zee verslond het schip met man en muis. Maar daar, uit de wilde golven, daar verscheen ineens het blonde haar van de prins. Hij hield een stuk hout vast en daardoor bleef hij drijven. De storm woedde lang, maar eindelijk werd de zee rustiger. Niet lang erna was het water spiegelglad. Het was stil rondom de prins. Moe ging hij op de plank liggen en viel al snel in slaap. Hoelang hij had geslapen, wist hij niet, maar iets maakte hem wakker. Wat was dat? Plotseling drong het tot hem door dat hij prachtige muziek hoorde. Het was net alsof de muziek wilde zeggen: "Kom, ik wijs je wel de weg. Deze kant op." Wat is dat nou, dacht de prins, muziek op zee? En dan nog wel zo mooi. Het lijkt alsof er iemand op een harp speelt. En zo was het ook, want toen de prins naar de muziek toe roeide, zag hij opeens een beeldschoon waterwezen. Ze had lang groen haar, dat met parels was versierd. Haar kroon bestond uit kleine visjes. Ze zat zomaar op het water en speelde de mooie muziek op een harp. Een zeepaardje droeg de harp. Toen de prins dit wonderlijke wezen zag, vroeg hij zacht: "Wie bent u? U bent zo mooi, of droom ik?"
"Nee, u droomt niet. Ik ben de zeekoningin en ik zag u drijven op de plank. De muziek van mijn harp heeft u naar mij gebracht. Zo kan ik u de weg wijzen naar de kust", antwoordde de zeekoningin en ze wees de prins de weg naar het land. Voordat de prins haar kon bedanken, was de koningin verdwenen. Maar nu wist hij de weg naar de kust. Dankbaar roeide hij met zijn beide handen naar het land. Hij roeide zo hard als hij kon. Blij stapte hij van de plank. Toen draaide hij zich om en riep luid over de zee: "Dankuwel, schone zeekoningin, dank u wel!"

Bron: Mijn leukste elfenverhaaltjes